Carnivoor

Bron: EZNC
Carnivoor
Carnivoor betekent vleeseter, herbivoor planteneter en omnivoor alleseter. Dat betekent dat een echte carnivoor, zoals bijvoorbeeld een leeuw of huiskat alleen maar vlees eet. Is dit waar of niet waar?
In het algemeen bedoelen we met vlees ‘spieren van zoogdieren’ maar in het geval van vleeseters moet dat ruimer bekeken worden. Hier gaat het om alle dierlijke materiaal wat als voedsel gebruikt wordt.
Viseters en insecteneters worden wel afzonderlijk aangeduid als respectievelijk piscivoren en insectivoren.
Obligate carnivoren moeten vlees eten om te kunnen overleven. Eieren en beenmerg kunnen ook tot het dieet behoren maar vlees is het belangrijkste. Het verteringsapparaat van deze dieren is niet in staat om plantaardig materiaal te verteren. Sterker nog, soms wordt plantaardig materiaal bewust gegeten om een braakreflex op te wekken. Katten gaan om die reden soms gras eten.
Toch zijn er vitamines en mineralen die niet in vlees voorkomen en vlees is ook al geen bron van vezels. De carnivoor komt hieraan door de inhoud van het maagdarmkanaal van de prooi op te eten. En ook de mest van andere (herbivore) dieren kan een bron van deze voedingsstoffen zijn. Dus ook de carnivore dieren, die op het eerste gezicht alleen maar vlees eten en ook een gebit hebben wat daarop gespecialiseerd is, eten plantaardig materiaal.

Naast carnivore dieren zijn er overigens ook nog carnivore planten (meestal insecteneters) en carnivore schimmels. Deze schimmels leven van amoeben, nematoden en springstaartjes.