Dierlijk gedrag

Bron: P.R. Wiepkema, Adaptie en Stress, 1989 / Inleiding in de ethologie, 1981
Dierlijk gedrag
Een dier vertoont bepaald gedrag niet zomaar. Er liggen veranderingen of prikkels binnen of buiten het dier aan ten grondslag.
Een muis die honger heeft zal bijvoorbeeld op zoek gaan naar eten om zijn honger te stillen. Hij reageert dus op een verandering binnen zijn eigen lichaam (het hongergevoel).

Problemen ontstaan wanneer er meerdere prikkels zijn waar de muis op wilt reageren, die hij niet tegelijkertijd kan uitvoeren. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat de muis net een stukje kaas heeft gevonden, maar tegelijkertijd ook de kat van de buren ziet. We noemen zo´n probleem een conflict. De muis kan wel zelf een keuze maken, dus we noemen dit een vrij conflict.

Er bestaan echter ook onvrije conflicten. Deze onvrije conflicten ontstaan wanneer het dier niet in staat is om bepaalde prikkels op te lossen. Dit is het geval wanneer een milieueigenschap (bijvoorbeeld voedsel) volledig ontbreekt en/of wanneer het dier niet in staat is om het gedrag te vertonen waarvoor hij geprikkeld wordt. Dit is bijvoorbeeld het geval als de kat altijd in de buurt is van de kaas, terwijl dat juist het enige voedsel in de omgeving van de muis is.

In de vrije natuur zal een dier riskant gedrag vertonen wanneer hij in een onvrij conflict terecht is gekomen. Dit riskante gedrag is aanvallen of vluchten. Wanneer het conflict ontstaat doordat het dier door de mens in gevangenschap gehouden wordt, kan hij vaak geen riskant verdrag vertonen wat het conflict oplost. Hierdoor groeit een permanent onvrij conflict. Er ontstaat dan apathisch gedrag. Het dier reageert nergens op en is lusteloos. Daarna gaat het gestresste dier stereotiep gedrag vertonen. Stereotiep gedrag bestaat uit een patroon van steeds dezelfde vaste bewegingen, die constant worden herhaald en doelloos lijken.