Dorstige zeeslang

Bron: scientias.nl, foto door Alouiza
Dorstige zeeslang
Het klinkt tegenstrijdig: leven in het water maar maandenlang niet drinken. Toch doen zeeslangen dat. Ze wachten op de regen om vervolgens het zoete water te drinken. En als het zeven maanden duurt voordat de regen komt, drinken ze zeven maanden niet.
Hoewel de slangen dan bijna uitgedroogd zijn, blijven ze wachten op het zoete water. Wetenschapper hadden gedacht dat zeeslangen wel het zoute zeewater zouden drinken en dat ze het overbodige zout via hun zoutklieren weer naar buiten af zouden voeren. Dat doen ze ook wel, maar niet omdat ze het zoute water drinken. Zelfs wanneer de dieren bijna uitgedroogd zijn, blijven ze wachten op zoet water, legt één van de onderzoekers uit. Het onderzoek werd gedaan bij de samengedrukte zeeslang, de Pelamis platura. Deze zeeslang leeft in tropische oceanen. Zowel in het wild als in laboratoria werd de slang bestudeerd. In beide situaties vermeed de slang het om zout water te drinken, hij wacht op regen.
Wanneer het regent blijft het zoete water (met een lagere dichtheid dan zout water) als een plasje op het oppervlak van zeewater drijven. In de oceaan blijft dit laagje enkele dagen intact en in lagunes, waar de zeeslangen graag verblijven, blijft het laagje zoet water nog langer liggen. Slangen drinken dit water kort nadat het gevallen is. Het gedrag van de slangen verandert wanneer een tropische storm nadert, kennelijk ‘weten’ ze wanneer het regent.

Hoewel de slangen in water leven, leven ze eigenlijk in een woestijn. In de gebieden waar deze slangen voorkomen (onder andere bij Costa Rica), duurt het soms wel zeven maanden voordat het weer regent. De zeeslangen drogen langzaam uit en verliezen tot wel een kwart van hun lichaamsmassa. Dit onderzoek zou ook kunnen verklaren waarom in sommige gebieden het aantal zeeslangen hard terugloopt, zoals in de zee ten noorden van Australië. In dit gebied wordt het steeds droger. Het lijkt er op dat er in deze gebieden geen plaats meer is voor de zeeslangen.