Gedrag Boomvalk

Basis gedrag

Van alle roofvogels is de boomvalk door zijn gestroomlijnde lichaamsbouw het best aangepast om te jagen in het vrije luchtruim. Hij jaagt, zeer snel vliegend (gedurende korte tijd ca 240 km/u) op vliegende vogels en insecten. Soms jagen meerdere vogels samen op zwermende insekten of troepen vogels. Boomvalken vangen hun prooi voornamelijk in de lucht.
Aan het eind van oktober vertrekken de boomvalken naar hun winterkwartier in Oost- en Zuid-Afrika, om van midden april tot begin mei terug te keren in de broedgebieden.
In verhouding tot de lichaamsgrootte heeft de boomvalk lange vleugels. Deze vleugels zijn smal en spits. Tijdens de jacht lijken de vleugels sikkelvormig en ziet men een korte staart. De valk zweeft met gespreide staart op de thermiek en "bidt" slechts zelden.

Groepsveranderingen

Wanneer een verandering in de groep moet optreden, dient men het dier eerst te introduceren bij de bestaande groep. Wanneer de nieuweling is losgelaten dient men goed te observeren. Er kan dan snel genoeg gezien worden of het dier geaccepteerd wordt af wordt afgewezen door agressiviteit van de anderen.

Delen met andere diersoorten