Nationaal Park de Hoge Veluwe
In het Park leven talloze dieren: enkele honderden edelherten, reeën en moeflons, tientallen wilde zwijnen en heel veel kleine dieren. Wie het Nationale Park bezoekt om in het wild levende dieren te zien, zal in de eerste plaats denken aan een ontmoeting met groot wild.
Maar de Hoge Veluwe is een natuurpark. Alle dieren in het Park kunnen zich vrij bewegen. Een toegangskaartje is dus geen garantiebewijs voor het zien van grofwild. Toch kan het wel. Vooral in de rustige maanden van het jaar is de kans op wildwaarnemingen het grootst. Het wild trekt zich overdag in de dekkingsbosjes terug om te herkauwen of te slapen. In de late namiddag en avond gaan de dieren op zoek naar voedsel en verlaten de dekking. Dit is de beste tijd van de dag om wild te zien. Wildobservatieplaatsen zijn ingericht op enkele plaatsen waar regelmatig wild te zien is. Ook in het centrale- en oostelijk gedeelte van het Park is er een redelijk grote kans op het zien van wild. Hier leven veel edelherten, moeflons, wilde zwijnen en een aantal reeën.
Enkele gebieden zijn voor het publiek niet toegankelijk, dit zijn rustgebieden in het terrein. Deze zijn met borden aangegeven. Hier voelt het wild zich veilig en kunnen de dieren rustig herkauwen of slapen. Rust is belangrijk voor de dieren. Dring daarom nooit zo'n rustgebied binnen, maar wacht tot de dieren naar buiten komen, op zoek naar voedsel.
Van begin september tot begin oktober is de toegang tot het middengebied van het Park beperkt. Dis is in verband met de bronsttijd (paartijd) van het edelhert. Toch kan een bezoek aan het Park dan zeer de moeite waard zijn. Vooral in de late namiddag is er dan de kans om het bronstgedrag van de herten te zien en te hóren. De observatieplaatsen zijn hiervoor zeer geschikt.
Het is niet toegestaan om dieren te voeren in het Park. Een uitzondering hierop is de St. Hubertusvijver. Hier zwemmen grote karpers en er zijn ook eenden en ganzen.