Voeding Kat
Dieet
De gemiddelde voedselbehoefte aan droge stof (ds) voor een volwassen kat ligt op ongeveer 2% van zijn lichaamsgewicht.
Rekenvoorbeeld: Kat van 5,5 kg
5,5 * 2% = 5500 * 0,02 = 10 gr ds/dag
Voor snel groeiende jonge dieren en voor zogende poezen wordt gerekend met een ds-behoefte gelijk aan ongeveer 4% van het lichaamsgewicht
Rekenvoorbeeld: Kitten van 1,2 kg
1,2 * 4% = 1200 * 0,04 = 48 gr ds/dag
Een menu bestaande uit voornamelijk vlees, vis of blikvoer bevat ongeveer 30% ds. Dus 100 gr voedermiddel bevat 100 * 0,30 = 30 gr ds.
Rekenvoorbeeld: Kat van 5,5 kg, 110 gr ds/dag nodig
110/30 * 100 gr = 366 gr/dag van het betreffende voedermiddel
Een menu bestaande uit voornamelijk droog voer bevat ongeveer 90% ds. Dus 100 gr voedermiddel bevat 100 * 0,90 = 90 gr ds.
Rekenvoorbeeld: Kat van 5,5 kg, 110 gr ds/dag nodig
110/90 * 100 gr = 122 gr/dag van het betreffende voedermiddel.
Nutriëntenbehoefte
In de ds moeten deze voedingsmiddelen in de volgende percentages aanwezig zijn.
Eiwitten: 26% (voor kittens +/- 33%)
Koolhydraten: tot 34%
Vetten: 10 25%
Mineralen: 12 15%
Vitaminen
Vitamine A, de "groeivitamine" is voor katten van groot belang. De kat kan, anders dan de hond, deze vitamine niet zelf aanmaken. Het is af te raden veel vitamine A te voeren, omdat een vitamine A vergiftiging kan optreden.
Vitamine C wordt door de kat in eigen lichaam geproduceerd. Het is dus niet nodig om extra vitamine C te voeren.
Vitamine D is nodig bij de opbouw van het skelet en dus onmisbaar bij de kat. Dieren die regelmatig in het zonlicht komen, zullen nooit een vitamine D tekort vertonen. Ook bij vitamine D is het belangrijk een overdosis te voorkomen.
Taurine is voor de kat een zeer belangrijk bestanddeel van de voeding. Een taurinetekort leidt tot afbraak van lichtgevoelige cellen. Katten kunnen zelf geen taurine aanmaken, ze moeten dit opnemen uit dierlijke eiwitten.
Voedingsplaats en voedingsschema
Handopfok
Ter vervanging van de moedermelk zijn kant-en-klare mengsels in de handel. Ook zijn er poedermengels verkrijgbaar, deze moeten aangelengd worden met water. Deze mengsels zijn verkrijgbaar bij de dierenarts of bij diverse dierenspeciaalzaken.
Bij toediening dient de voeding 38ºC te zijn. Voor het toedienen zijn speciale kattenspeenflesjes verkrijgbaar, maar er kan ook een injectiespuitje (zonder naald) of oogdruppelaar gebruikt worden. Wanneer de kittens goed drinken dienen de buikjes na iedere voeding gemasseerd te worden met een warm, nat watje of een zacht, ruig doekje. Vanaf de navel naar beneden toe. Dit is nodig om de urine en ontlasting op gang te laten komen.
Als de kittens 8 weken oud zijn, moeten ze meerdere malen per dag kleine porties voer krijgen. Droogvoer kan ook de hele dag blijven staan. Het aantal maaltijden kan langzaam worden afgebouwd tot 2 maaltijden bij een leeftijd van 6 maanden. Na 1 jaar is het ook mogelijk om eenmaal per dag te voeren, maar 's ochtends en 's avonds voeren zorgt voor meer evenwicht.