Voeding van dwerghoenders - algemeen

Bron: Dwerghoenders, Helga Fritzsche, Elsevier, 1986
Voeding van dwerghoenders - algemeen
Hoenders hebben geen tanden, ze slikken hun voer ongekauwd door.
Het ingeslikte voer komt eerst in de krop. Dit is een opslagplaats van voedsel. Het hoen kan zo snel veel eten en dat later in alle rust verteren.
In de krop wordt het voer vast voorgeweekt met speeksel. Na de krop komt het voer in de eerste van twee magen: de kliermaag. Hier worden spijsverteringssappen en zoutzuur toegevoegd aan de voedselbrij en wordt weer een deel van de chemische vertering uitgevoerd. Na de kliermaag komt de brij in de spiermaag. Dat wat nog niet chemisch verteerd is in de kliermaag wordt in de spiermaag mechanisch verkleind. Dit zijn bijvoorbeeld harde zaden, andere harde plantendelen en insekten. Stevige spieren in de wand van de spiermaag malen samen met ingeslikte steentjes het voedsel klein. In de wand van de spiermaag zitten harde, leerachtige richels die daarbij helpen.
Steentjes, zand en gritschelpen zijn dan ook belangrijk als aanvulling op het dieet.

De in het wild levende voorouders van onze tamme hoenders aten granen, wortels, kleine slakken, insekten, insektenlarven en veel groenvoer. Tamme hoenders hebben dezelfde behoeft aan koolhydraten, vetten, plantaardige en dierlijke eiwitten en vitaminen en mineralen. Het is ook gezond voor de dieren als ze een deel van hun voer zelf moeten zoeken.

Voer moet dagelijks vers verstrekt worden, en voer en waterbakken moeten dagelijks schoongemaakt worden. Aan de voerbakken is te zien of er voldoende voer vertrekt wordt: wanneer alles op is was er te weinig gegeven, wanneer er veel over is, was er teveel gevoerd.
Wanneer er verschillende soorten voer aanwezig zijn zullen de hoenders zelf een passend dieet samenstellen. Bij lagere buitentemperatuur bijvoorbeeld zullen de dieren meer (energieleverende ) granen eten. Wanneer een component uit de voeding enkele dagen achtereen niet aanwezig is, kunnen de hoenders zich hieraan gaan overeten wanneer deze component wel weer verstrekt wordt.
Overschakelen op een andere voersoort kan het best geleidelijk gebeuren: elke dag een beetje meer van het nieuwe voer erbij mengen. Neem hier gerust een dag of twaalf de tijd voor.

Water moet fris, van goede kwaliteit en niet te koud zijn en moet altijd aanwezig zijn.

In volgende nieuwsbrieven meer informatie over voeding van hoenderkuikens en volwassen dieren.